Groningen en de geopolitiek van Europese energiesolidariteit
Deze week: Moeten we uit solidariteit met Europa de gaskraan opendraaien? Of betekent solidariteit in Groningen iets anders?
Dit is de laatste aflevering voor de kerstvakantie. In het nieuwe jaar zijn we terug met een oproep en vraag aan onze lezers. Fijne feestdagen!
Waar staan we na de stortvloed van verhoren van de parlementaire enquête over de gaswinning in Groningen? Waar letten we op als de commissie begin 2023 haar rapport publiceert? Iedere week bieden leden van de onderzoeksgroep Environment & Society aan de Universiteit van Amsterdam perspectief op het heden en verleden van de gaswinning. Ons doel is om het publieke debat over gas aan te jagen, te verruimen, te verdiepen en van kritische kanttekeningen te voorzien.
Groningen en de geopolitiek van Europese energiesolidariteit
Solidariteit staat hoog op de agenda van de Europese Unie in 2022. In haar recentste ‘State of the Union’ (14 september), refereerde Ursula von der Leyen verschillende keren aan de EU’s vastbeslotenheid in tijden van crisis. Aangedaan door Ruslands aanval op Oekraïne, stelde Von der Leyen in haar speech: “from that very moment, a whole continent has risen in solidarity.” Ze vervolgde haar speech met de boodschap dat “with courage and solidarity, Putin will fall and Europe will prevail.” Solidariteit wordt vaak als norm aangehaald in de EU en is verankerd in de juridische fundamenten van de unie. Maar pogingen om tot solidariteit in de EU te komen falen vaak: van vluchtelingenrecht en het falen van de Dublin-Conventie tot de rol van nucleaire energie en gas in de energietransitie van de EU.
Solidariteit wordt meestal gezien als een soort eenheid die gestoeld is op een collectieve identiteit; het principe dat mensen elkaar helpen in moeilijke tijden. Solidariteit is dus sociaal en gefundeerd in het aangaan van nieuwe relaties en in de praktijken die verschillende groepen met elkaar delen. Geograaf David Featherstone ziet solidariteit als “a relation formed through political struggle” waarin actoren banden opbouwen die sociale verschillen overbruggen om onderdrukking en ongelijkheid te bestrijden. In dit stuk stel ik dat solidariteit ook geopolitiek is. Hiermee bedoel ik niet alleen dat de beslissingen over het Groningse gasveld ‘geopolitiek’ zijn in de gebruikelijke zin van buitenlands beleid en machtsspelletjes van de ‘grote spelers.’ Ik bedoel meer dat solidariteit in de context van Groningen fundamenteel draait om het wel of niet in de grond laten van fossiele brandstoffen: het geo in geopolitiek.
De sociaal theoreticus Elizabeth Povinelli stelt dat fossiele brandstofwinning gaat om het transformeren van fossiele, niet-levende materie (steenkool, gas, olie) naar de middelen (plastic, autos, luchtvaart etc.) voor een uitbuitende manier van leven. Voor Povinelli zijn geologie en het sociale domein samen verweven in het uitbuitende kapitalisme: ze co-creëren elkaar. Als we dit argument doortrekken naar het concept van solidariteit, dan is sociale en politieke solidariteit niet alleen een zaak van het vormen van politieke allianties tussen gemeenschappen, maar gaat het ook om hoe deze allianties worden gesmeed op basis van, in samenwerking met, tegen de belangen van en als gevolg van de aarde.
Als we dit argument doortrekken naar het EU-principe van ‘energiesolidariteit,’ samengevat in artikel 194 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie als dat de EU energiebeleid “in a spirit of solidarity between Members States” voert, dan kan energiesolidariteit meer worden dan een abstract juridisch principe. Energiesolidariteit is fluïde en geopolitiek: gecreëerd door complexe relaties tussen geologische (grond)stoffen (fossiele brandstoffen, bodems, gesteenten), de politieke economie van fossiele brandstofwinning en landbezit en de sociale en politieke coalities die winning ondersteunen, bestrijden of bekritiseren.
Ruslands oorlog tegen Oekraïne heeft de EU’s afhankelijkheid van de import van fossiele brandstoffen aan het licht gebracht. Nu Europese landen hun energiezekerheid aan het versterken zijn, is gas een belangrijk onderdeel van de discussie over energie in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Maar de hoogst oplopende discussie woedt in Nederland over het Groninger gasveld, het grootste onshore gasveld in de EU (in productie sinds 1963).
Door de meer dan 1200 aan gas gerelateerde aardbevingen (de eerste was in 1986) hebben meer dan 150.000 Groningers schade ondervonden aan hun huizen. Deze impact is verhevigd door gezondheidsproblemen die uit het trauma van gaswinning voortkomen bij ca. 10.000 inwoners. Controversiële compensatiemechanismen hebben de woede in de getroffen gemeenschappen alleen maar verder opgestookt. In reactie op de tegenstand heeft de Nederlandse overheid de gaswinning langzamerhand teruggeschroefd met als doel om helemaal te stoppen met de winning.
Solidariteit in de context van Groningen neemt verschillende, soms tegenstrijdige vormen aan. In een deel van de internationale media wordt gaswinning beschreven als een vorm van solidariteit met andere landen. In de Washington Post, schrijft Faiola dat “Europe is resting a covetous eye on this corner of the Netherlands” en stelt de vraag: “could the Dutch keep drilling in Groningen for Europe’s greater good?” Nog verder gaan Stollmeyer en Trakimavičius in een opiniestuk voor Euractiv: “the Dutch could come to Europe’s rescue” en “the fate of Europe” ligt in de handen van de Groningers.
Het Groninger gasveld heeft nog 6,6 miljard nm3 aan beschikbare reserve en zowel de VS als Duitsland hebben met de Nederlandse regering over deze reserves gesproken. De staatssecretaris van Mijnbouw Hans Vijlbrief stelde in een reactie “ja, je kan vragen om solidariteit. Maar het is te gevaarlijk om hier gas te winnen.” De Nederlandse regering benadrukt dat het geen plannen heeft om de productie in Groningen op te schroeven, behalve als er sprake is van een noodgeval. Mark Rutte gaf voor de top van Europese politieke gemeenschap in Praag (6-7 oktober 2022) aan dat de Nederlandse overheid niet van plan was om de productie te verhogen. Nu de EU bezig is om de energietoevoer voor deze winter veilig te stellen en landen als Duitsland bilaterale afspraken met landen willen maken (onder andere met Nederland) over energieleveringen, zal het narratief over ‘solidariteit met Europa’ en ‘Europa redden met Gronings gas’ het debat blijven beïnvloeden.
Activisten en gemeenschappen hebben de laatste decennia ook de handen ineen geslagen om zich te verzetten tegen gaswinning. Ze zijn om meerdere redenen tegen gaswinning: het geweld dat lokale gemeenschappen aangedaan wordt bij gaswinning zowel in economische zin als met betrekking tot de gezondheid, de noodzaak om fossiele brandstoffen in de bodem te laten en klimaatrechtvaardigheid. Samenwerkingsverbanden zoals Coalitie Gasverzet Groningen zijn onderdeel van een wereldwijde, transnationale coalitie van environmental justice movements.
De sociale mobilisatie in Groningen heeft, zoals de Environmental Justice Atlas laat zien, verschillende groepen in Nederland en daarbuiten verenigd, zoals boeren, lokale overheden, politieke partijen, buurt- en gemeenschapsorganisaties en wetenschappelijke instituten. Acties verschilden van straatprotesten tot publieke campagnes, artistiek verzet, citizen-led science en juridisch activisme tegen de NAM (eigendom van Shell en ExxonMobil). Hoewel de ideologische, sociale en politiek-economische context van deze acties verschillen, verenigt het verzet tegen de fossiele brandstofwinning in Groningen en de milieu- en gezondheidsschade die het nog steeds veroorzaakt hen.
Wat kunnen we zeggen over de verschillende vormen van solidariteit die zijn ontstaan in reactie op 60 jaar fossiele brandstofwinning in Groningen? Het eerste en misschien meest duidelijke punt is dat solidariteit altijd politiek omstreden is, van meer gaswinning om ‘Europa te redden’ tot verzet tegen gaswinning om de gezondheid van de mens en de planeet te beschermen. Het tweede punt is dat solidariteit zich altijd op meerdere schalen afspeelt: voorstanders van gaswinning bevinden zich zowel in de kleinste Groningse dorpen als in de hoofdkantoren van multinationals. Ten derde, solidariteit is altijd verbonden met en wordt gecreëerd door de materiële randvoorwaarden die gaswinning mogelijk maken: de geologie van Groningen en de relaties met industrie, huizen en lokale gemeenschappen.
Om terug te keren bij waar de tekst mee begon, de EU, wat betekent het om solidariteit te bezien in het licht van klimaat onrechtvaardigheid? Dit zou zeker betekenen dat gemeenschappen die getroffen zijn door fossiele brandstofwinning gecompenseerd moeten worden en herstelbetalingen zouden moeten ontvangen, zoals anderen al hebben betoogd. Maar nog fundamentelere komt dit ook neer op het ondermijnen van het extractieve systeem dat op fossiele brandstoffen draait. De ultieme vorm van energiesolidariteit is om te stoppen met het winnen van fossiele brandstoffen tout court en ze in de bodem laten zitten.
Andrew Telford is universitair docent Europese Studies aan de Universiteit van Amsterdam
Vertaling: Marin Kuijt