Deze week een editie over waarom we zwijgen over het water in Groningen terwijl het gas ook via het water grote problemen veroorzaakt. Volgende week volgt een interview met de Amerikaanse geograaf en auteur van het boek Climate Change as Class War Matt Huber over waarom we de strijd tegen fossiele brandstoffen en klimaatverandering niet alleen op de Groningers kunnen afschuiven.
Waar staan we na de stortvloed van verhoren van de parlementaire enquête over de gaswinning in Groningen? Waar letten we op als de commissie begin 2023 haar rapport publiceert? Iedere week bieden leden van de onderzoeksgroep Environment & Society aan de Universiteit van Amsterdam perspectief op het heden en verleden van de gaswinning. Ons doel is om het publieke debat over gas aan te jagen, te verruimen, te verdiepen en van kritische kanttekeningen te voorzien.
Over gas en waterstromen
Tijdens de zesde week van de parlementaire enquête – op drie oktober 2022 om precies te zijn – ging ik van Amsterdam naar Den Haag om de verhoren van die dag bij te wonen. De getuige die die ochtend werd verhoord, Geert-Jan ten Brink, trok mijn aandacht net zozeer als Henk Kamp, de voormalig minister van Economische Zaken die later die dag werd verhoord. Ten Brink was niet alleen de voormalig burgemeester van Slochteren, maar ook de dijkgraaf van het waterschap Hunze en Aa’s.
Op het moment van de verhoren deed ik al een tijd onderzoek naar het verband tussen gaswinning en water in Groningen. Ik had veel inzichten opgedaan over aan gas gerelateerde waterproblemen. Ik had geanalyseerd waarom sommige aspecten van gaswinning zo sterk waren gepolitiseerd, terwijl de impact van gas op waterbeheer nauwelijks aandacht kreeg in het publieke debat. In de trein naar Den Haag vroeg ik me waf: Zou Ten Brink überhaupt vragen over de gevolgen van gaswinning op de Groninger watersystemen krijgen? Zo ja, wat voor positie zou hij innemen? Maar laat ik eerst de basis uitleggen…
Wat zijn de gevolgen van gaswinning voor het Groningse water?
Iedereen in Nederland heeft inmiddels gehoord over de gasbevingen in Groningen. Ik hoef daar niets meer over te zeggen: de ellende voor de inwoners van de provincie, de bureaucratische puinhoop, de technocratische aanpak, het verloren politieke vertrouwen en de relatie tussen de NAM en de staat zijn slechts een paar van de onderwerpen in het felle politieke debat.
Deze kaart en de volgende zijn gemaakt met de kaartentool van de Groninger Bodem Beweging.
Dat de gaswinning ook tot bodemdaling leidt is geen geheim. De bodemlagen boven het 900 km2 grote gasveld dalen ongelijkmatig. De bodem is nu met wel 37 cm gedaald en er ligt meer daling in het verschiet. De bodemdaling bemoeilijkt het waterbeheer in de regio waar, zoals bijna overal in Nederland, het waterpeil nauwgezet wordt gereguleerd. De meest ingrijpende gevolgen treden op in het gebied van het waterschap Noorderzijlvest waar 45.000 hectare land geraakt worden door gaswinning. Het waterschap beheert het waterpeil volgens afspraken met verschillende watergebruikers, vastgelegd in peilbesluiten. Omdat de bodem als gevolg van de gaswinning is gedaald, moet het waterschap de waterstanden aanpassen en opnieuw over de peilbesluiten onderhandleen. De bodemdaling treedt ongelijkmatig op in de ‘platte’ provincie, wat dit een ingewikkelde taak makt. De kanalen die vroeger het water uit vier stroomgebieden afvoerden met behulp van de zwaartekracht, kunnen dat niet meer doen. Gemalen zijn aangelegd om de gedaalde gebieden te behoeden voor overstromingen. Infrastructuur zoals dijken en bruggen zijn ook aangepast in de zinkende gebieden. Het gebruik van de nieuwe gemalen en andere maatregelen leidden tot enorme kosten.
In het verhoor vatte Ten Brink het probleem als volgt samen:
Water stroomt op een natuurlijke manier naar de zee toe. Op het moment dat de bodem daalt, kan het zo zijn dat het water niet natuurlijk daarnaartoe stroomt. Dus je moet voortdurend je systemen aanpassen op de bodemdaling, hetzij met gemalen, hetzij met stuwen op een andere manier plaatsen. Dus je bent voortdurend bezig met het aanpassen van je systemen
Waarom horen we niets over het water?
Het was uitzonderlijk dat bodemdaling sprake kwam. Tot op heden zijn de problemen van het waterbeheer volgens Ten Brink goed opgelost: “Dat werkt op zich uitstekend.” De oplossing waar hij naar verwijst is een compensatiefonds dat lang geleden is opgezet. Twee akkoorden uit de jaren ’80 – tussen de NAM en de staat en tussen NAM en de provincie Groningen – liggen aan de basis van het fonds voor aanpassingen aan waterinfrastructuur en aan de Commissie Bodemdaling. De commissie was (en is) verantwoordelijk voor het afhandelen van aan bodemdaling gerelateerde claims van waterschappen, gemeente en scheepvaartbedrijven gericht aan de NAM en de NAM betaalt de commissie. Eind 2021 heeft de commissie in totaal 240 miljoen euro aan claims gehonoreerd.
Het werk van de commissie en de financiële middelen die de NAM verstrekt heeft, hebben zeker bijgedragen aan de depolitisering van de door gaswinning veroorzaakte bodemdaling. Terwijl veel Groningers steggelen over iedere euro aan compensatie voor gasbevingsschade (eerst met de NAM en nu met de staat), worden de ‘technisch gerechtvaardigde’ claims van waterschappen en andere instituties nooit betwist. Bodemdaling werd al vroeg erkend als een ‘logisch’ gevolg van gaswinning. Dat staat in scherp contrast met het lang ontkende verband tussen gaswinning, bevingen en schade aan huizen. Waterbeheer werd technocratisch benaderd. De gevolgen van de toekomstige bodemdaling voor het regelen van het waterpeil in Groningen werden ook zo behandeld. De technologische ‘fix’ voor bodemdaling maakt de politiek achter de door gaswinning gedreven transformatie van het Groningse water bijna onzichtbaar.
Een ‘kritische’ waterschapsmedewerker die ik tijdens mijn veldwerk in Groningen ontmoette moedigde me aan om deze technische ‘fix’ in een nieuw licht te zien. Hij benadrukte de politieke kant van bodemdaling veroorzaakt door gaswinning. Hij vatte samen hoe de technische aanpak de politiek buiten beeld hield:
In de waterschappen zijn ze zich bewust van de bodemdaling, maar niet van de politiek ervan.
Hoe dieper ik in het probleem dook, hoe meer tegenstrijdigheden en geschillen ik tegenkwam rondom de technische aanpak van bodemdaling en waterbeheer. Verschillende waterschapsmedewerkers, bijvoorbeeld, bekritiseerden de situatie waarin ze moesten opereren en spraken hun zorgen uit over de onomkeerbare bodemdaling in hun gebieden.
Een ander geschil is de schade aan huizen waarvan sommige Groningers aannemen dat het een indirect gevolg is van de door gaswinning veroorzaakte bodemdaling. Hoewel de Commissie Bodemdaling in het jaarverslag over 2020 constateerde dat er “geen causaal verband bestaat tussen de opgetreden bodemdaling en de gemelde schade aan de woningen,” zijn er andere experts die aangeven dat de indirecte gevolgen van ongelijkmatige bodemdaling wel tot schade aan huizen zou kunnen leiden. Deze botsing van een technische claim met een tegenclaim is de laatste in een lange lijst van botsende wetenschappelijke experts, waarheden, contra-expertise en debatten over de geldigheid van kennis in het gebied. Hoewel ik hier nog veel over zou kunnen zeggen, wil ik hier iets specifieks onderstrepen: In Groningen wordt de ‘onzekerheid over wat we kunnen weten’ altijd (!) tegen de Groningers gebruikt om compensatie uit te stellen en de staat en de NAM buiten schot te houden.
Een glimp van de toekomst
Bodemdaling blijft lang na de gaswinning een probleem. Dit roept de vraag op wie de ‘eeuwigheidslasten’ moet dragen. Dat zijn de kosten die gemaakt moeten worden nadat gas- of kolenwinning is gestopt in een gebied. Niemand twijfelt eraan dat die kosten er zullen zijn, noch de NAM noch de Commissie Bodemdaling. Maar wie ze moet dragen is niet duidelijk. In het verhoor uitte Ter Brink zijn zorgen over de toekomstige kosten van bodemdaling. Hij benadrukte het belang van dit probleem: “Het gaat om echt heel veel geld.” Zonder in detail te willen treden over de onderhandelingen die nu lopen tussen de NAM en het waterschap (tot zover de transparantie) zei hij:
Dat is ook iets waar ik me best zorgen over maak naar de toekomst toe: wat gebeurt er als de NAM zich helemaal terugtrekt uit het gebied?
Hij hekelde het feit dat niemand nog over de eeuwigheidslasten van bodemdaling na heeft gedacht:
Dit is ook weer zo'n punt waarvan ik denk: dit is niet handig en verstandig; dit had aan de voorkant door het Rijk georganiseerd moeten worden. Je geeft een vergunning af voor in dit geval gasafname uit de bodem. Dat leidt tot aanpassingen van de hele infrastructuur. Wat doe je op het moment dat een bedrijf geen gebruik meer maakt van die vergunning?
Tijdens mijn veldwerk in Groningen ontmoette ik verschillende mensen die deze zorgen deelden en die waarschuwden dat de burgers straks zonder dat ze het door hebben moeten opdraaien voor deze kosten: “We weten dat de kosten er komen, maar wie gaat ze betalen?”
Open einde en een oproep tot solidariteit
Ik wil afsluiten met deze bovenstaande vraag. In het begin van dit stuk vroeg ik me af wat Ten Brink zou gaan zeggen. Ik moet bekennen dat hij niets onthullends of nieuws heeft gezegd. Maar zijn verhoor bevestigt mijn overtuiging dat we de dalende bodem en veranderende waterstromen in Groningen ten diepste als politieke problemen moeten zien. Dit allemaal gezegd hebbend zonder de complexe en moeizame dagelijkse ervaring van Groningers te willen negeren. Zij verdienen onze solidariteit.
Hannah Porada is sociaal wetenschapper en onderzoekt politieke ecologie als promovendus aan het Centrum voor Studie en Documentatie van Latijns-Amerika (CEDLA) van de Universiteit van Amsterdam. Zij is ook een beginnende onderzoeker bij NEWAVE, een netwerk dat zich interdisciplinair bezighoudt met vraagstukken op het gebied van water-governance. Porada heeft meerdere maanden veldwerk in Groningen gedaan. Citaten, tenzij anders aangegeven, komen uit interviews die ze afnam in Groningen. Lezers die meer willen weten over de politiek van bodemdaling kunnen contact opnemen met Porada.
Vertaling Marin Kuijt
Wellicht al gedaan, maar neem ook eens contact op met Peter van der Gaag (ook verhoort tijdens de parlementaire enquête). Hij weet veel van dit onderwerp.